Het verschil bestaat uit:

• Mutaties in de kapitaallasten. De kapitaallasten, die voortvloeien uit het aanvullend krediet bouw nieuwe school voortgezet onderwijs worden conform het raadsbesluit van  22 februari 2018 in de loop van 2018 tot en met 2021 beschikbaar gesteld. Deze groeit van € 11.000 in  2018 naar  € 388.900 in 2021.
• Mutaties in de overige kapitaallasten. Door jaarlijkse afschrijvingen nemen de rentlasten jaarlijks af. Hierbij komt nog de verlaging van de renteomslag van 3,5% naar 3%. In 2019 is de verlaging circa € 200.000 en in de jaren erna daalt deze van € 50.000 naar circa € 20.000.
• Lagere betalingen energiekosten. In 2018 zijn de energielasten eenmalig met bijna € 27.000 verlaagd.
• Mutaties meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen. Op grond van meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen schommelt jaarlijks het onderhoud van onze sporthallen en gymlokalen. Het totale onderhoud loopt via de reserve Onderhoud gebouwen.

Het verschil bestaat uit:

• Mutaties in de leerlingenvervoerskosten. In 2017 zijn de werkelijke vervoerskosten circa € 132.000 lager dan begroot voor 2018. Het verschil met de volgende jaren betreft de jaarlijks indexering. De jaarlijkse aanvullende verhoging is circa € 12.000.
• Verhoging bijdrage aan het integraal kindcentrum.  In 2017 werd nog € 244.000 betaald aan de stichting peuterspeelzaal Midden Drenthe en € 323.000 aan lokaal onderwijsbeleid. Vanaf 2018 loopt dit via het integraal kindcentrum. Vanaf 2018 is hiervoor € 373.000 beschikbaar gesteld. Door indexering wordt jaarlijks de bijdrage aan het integraal kindcentrum met circa € 25.000 verhoogd. De bijdrage aan de buurtacademie gaat vanaf 2018 ook met € 45.000 omhoog.
• Mutaties van het toegerekend aandeel apparaatskosten binnendienst. In 2018 zijn de apparaatskosten € 64.000 hoger dan 2017.  In 2019 worden minder uren toegerekend aan dit taakveld. Ondanks de stijgende kosten ontstaat in 2019 door het lagere aantal uren een voordeel van € 102.000. In de volgende jaren stijgen door loon- en prijsontwikkelingen deze posten jaarlijks met circa € 8.000.

Het verschil bestaat uit:

• Lagere bijdragen energiekosten. In 2017 waren de bijdragen in de energiekosten circa € 11.000 lager. Hier stonden ook lagere kosten tegenover. In de volgende jaren zijn geen afwijkingen begroot.

Het verschil bestaat uit:

• Lagere bijdragen. In 2017 viel de rijksbijdrage voor de OAB € 24.000 en de bijdrage voor de leerplicht  € 5.000 hoger uit maar viel de ouderlijke bijdrage voor het leerlingen vervoer € 4.000 lager uit.  Hiernaast wordt vanaf 2018 de erfpacht  voor het kinderdagverblijf in dit taakveld meegenomen. In de volgende jaren zijn geen afwijkingen begroot.