begroting 2019

Uitgangspunten meerjarenraming

Uitgangspunten begroting 2019 tot en met 2022

De begroting 2018 inclusief mutaties voorjaarsnota vormt de basis.

Ontwikkelingen lasten (stijgingspercentage)

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

  • Effecten salarissen

Loonontwikkeling

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Sociale lasten werkgever

0,50%

0,50%

0,50%

0,50%

  • Uitgangspunt voor de toe te passen rentepercentages:

Aantrekken lang geld

1,75%

1,75%

1,75%

1,75%

Aantrekken kort geld

0,00%

0,00%

0,25%

0,50%

Bespaarde rente

3,63%

3,52%

3,48%

3,43%

Rente nieuwe investeringen

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Rente bouwgrond

2,21%

2,14%

2,05%

1,85%

Renteomslag

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

  • Gemeenschappelijke regelingen en  grote gesubsidieerde instellingen

gemiddelde jaarlijkse verhoging

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Tenzij zij zelf met een meerjarenbegroting komen. Dan wordt deze aangehouden.

  • De verwachte prijsontwikkeling van de niet direct te beïnvloeden tarieven van derden worden opgenomen:

Dit betreft onder andere meerjarige contracten, vervangingsinvesteringen, onderhoud gebouwen, materieel, stroom, gas, water, olie, benzine, premies voor verzekeringen, waterschapslasten en belastingen en heffingen.

  • Btw aanpassingen. Als onderdeel van het regeerakkoord heeft het kabinet besloten om met ingang van 2019 het lage btw-tarief van 6% te verhogen naar 9%. Voor ons geldt dit maar voor een beperkt aantal producten.
  • Het kabinet heeft ook aangekondigd dat de btw-sportvrijstelling met ingang van 2019 zal worden gewijzigd. De wijziging van de sportvrijstelling heeft gevolgen voor de aftrek van btw voor onze sportaccommodaties en zwembaden. Wij hebben diverse sportproducten. Deze aanpassing heeft forse gevolgen voor onze lasten. Hiertegenover staat dat wij ook geen btw meer hoeven af te dragen op onze baten. Toegezegd is dat wij deze meerkosten kunnen declareren. De betreffende budgetten zullen verhoogd worden met de btw en wij zullen een stelpost opnemen om deze meerkosten te kunnen declareren.

Ontwikkelingen baten (stijgingspercentage)

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

  • Gemeentelijke belastingen

OZB voor 2019

2,30%

2,00%

2,00%

2,00%

Forensen

2,30%

2,00%

2,00%

2,00%

  • Toeristenbelasting wordt berekend door aantal overnachtingen keer € 1,30. Het tarief per overnachting blijft ongewijzigd.
  • Het tarief voor de afvalstoffenheffing is gebaseerd op een volledige kostendekking inclusief het verdisconteren van de kwijtschelding.
  • Het kostendekkend tarief van de rioolheffing wordt vastgesteld vanuit het Watertakenplan inclusief het verdisconteren van de kwijtschelding.
  • Kostendekkende leges voor de omgevingsvergunning.
  • Kostendekkende leges Lijkbezorgingsrechten voor de door te berekenen kosten.
  • Overige belastingen en leges

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

(Meerjarig)begrotingsresultaat

In de onderstaande tabel staat de meerjarige prognose (periode 2019 tot en met 2022) voor de vrij te besteden bestedingsruimte en de onvoorziene uitgaven.

Bestedingsruimte (basis)

2019

2020

2021

2022

Onvoorziene uitgaven

25

25

25

25

Structurele bestedingsruimte

257

507

757

1.007

 
Meerjarenraming 2019-2022

In de perspectiefnota hebben wij u een voorlopig meerjarig resultaat gepresenteerd.
Op grond van de laatste geactualiseerde cijfers ontstaat het volgende meerjarig resultaat.

Perspectiefnota

2019

2020

2021

2022

Bestedingsruimte

257

507.

757

1.007

Aanwezige ruimte in de begroting

1.004

1.334.

1.144

926

Totaal beschikbaar

1.261

1.841

1.901

1.933

Hierbij is rekening gehouden met de effecten van het voorgestelde bestedingswensen zoals opgenomen in de perspectiefnota.

Financieel toezicht

Jaarlijks ontvangen wij van de provincie Drenthe de Begrotingscirculaire. Hierin staan de uitgangspunten opgenomen waarop zij als toezichthouder de gemeentelijke begroting en meerjarenraming beoordelen.

Het uitgangspunt is dat gemeente in aanmerking komt voor het repressief toezicht. Daarbij voldoen wij aan:

  • De begroting 2019 dient naar het oordeel van Gedeputeerde Staten structureel en reëel in evenwicht te zijn. Als dat niet het geval is, moet de meerjarenraming vanaf 2022 in evenwicht zijn.
  • De vastgestelde jaarrekening 2017 en de begroting 2019 moeten tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2018, aan Gedeputeerde Staten zijn ingezonden.

Het centraal uitgangspunt in het financieel toezicht van de provincie is dat er een structureel en reëel evenwicht is in de (meerjaren)begroting.
Als structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Dit geldt per jaarschijf. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten en van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves zijn hierbij van groot belang .
Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn.

Bepalen van het structureel en reëel evenwicht

Bij het toetsen door de provincie spelen de volgende onderwerpen een rol:

  • Volledigheid vaststellingsbesluit begroting
  • Geen opschuivend sluitend meerjarenperspectief
  • Algemene uitkering uit het gemeentefonds gebaseerd op meicirculaire
  • Onderbouwing van de haalbaarheid bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen
  • Ontwikkelingen decentralisaties Rijkstaken
  • Volledigheid onderhoud kapitaalgoederen
  • Ontwikkelingen vluchtelingen en statushouders